Bent u professional op het gebied van allergisch beroepsastma?

Als professional heeft u een belangrijke rol bij het diagnosticeren van (oud-)werknemers en zelfstandigen die in hun werk in aanraking zijn gekomen met gevaarlijke stoffen en ziek zijn geworden. Hiervoor kunt u gebruik maken van het ‘Zorgpad werkgerelateerde longziekten‘.

Er zijn momenteel vier kenniscentra in Nederland waar u terecht kunt met vragen:

  • Polikliniek Mens en Arbeid (PMA, verbonden aan Amsterdam UMC)
  • Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL, verbonden aan Utrecht UMC)
  • Kenniscentrum Werk en Longen – 010 (expertisecentrum Astma, COPD & Allergie Franciscus Gasthuis & Vlietland Rotterdam en expertisecentrum Interstitiële Longziekten van het Erasmus MC).
  • Kenniscentrum werkgerelateerde longaandoeningen (Martini ziekenhuis Groningen)

Slachtoffers met de ziekte allergisch beroepsastma kunt u attenderen op de regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB). Op grond van deze regeling kunnen slachtoffers een eenmalige financiële tegemoetkoming van de overheid krijgen. Daartoe moeten ze een aanmelding indienen bij het Instituut Slachtoffers Beroepsziekten door Gevaarlijke stoffen (ISBG). De dienstverlening van het ISBG is kosteloos voor de slachtoffers en hun naasten. De medische deskundigen van Lexces beoordelen of het aannemelijk is dat aanvrager ziek is geworden door het werken met de gevaarlijke stof. U kunt bij Lexces terecht voor onder meer vragen over vroegsignalering en diagnostiek. De tegemoetkoming wordt uitgekeerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

Op de websites van de Long Alliantie Nederland, Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) en TBV-online vindt u veel informatie.

Werkgerelateerd astma wordt gedefinieerd als astma dat door beroepsmatige blootstelling wordt veroorzaakt (beroepsastma) of wordt verergerd (door het werk verergerend astma). Bij beroepsastma wordt onderscheid gemaakt in allergisch en niet-allergisch (irritatief of niet-immunologisch) beroepsastma. Door het werk verergerend astma betreft een reeds bestaand astma, dat door allerlei niet-allergene, aspecifieke prikkels op het werk nadelig wordt beïnvloed. Het kan gaan om blootstelling aan chemische stoffen of fysische prikkels, zoals koude, temperatuurswisseling en een hoge of lage vochtigheidsgraad.

Allergisch beroepsastma wordt veroorzaakt door een immunologische reactie op allergenen. Het wordt onderverdeeld op basis van het onderliggende mechanisme van de allergische reactie (wel of niet door IgE gemedieerd). Er wordt onderscheid gemaakt in allergenen met een hoogmoleculair (HMW) en laagmoleculair gewicht (LMW). HMW-allergenen vormen de grootste groep en betreffen vooral eiwitten van plantaardige of dierlijke oorsprong, zoals meelstof, dierlijke eiwitten, schimmels, (biotechnologisch geproduceerde) enzymen en latex. Na blootstelling aan deze HMW-allergenen (en bepaalde LMW-allergenen) kan sensibilisatie optreden, een immuunrespons waarbij specifieke IgE antistoffen worden geproduceerd. LMW-allergenen zijn kleine, natuurlijke of synthetische, chemische verbindingen, die een immuunrespons kunnen opwekken al of niet na binding met lichaamseigen eiwitten en vorming van lichaamsvreemde stoffen (hapten-eiwit combinatie). Voorbeelden zijn metaalzouten (platina), isocyanaten, persulfaten, zure anhydriden, epoxyharsen, aminen en acrylaten. Sensibilisatie ontstaat na inhalatie van het allergeen, maar voor sommige allergenen kan dit mogelijk ook na huidcontact optreden. Na sensibilisatie kan bij voortdurende blootstelling in de loop van de tijd (latentietijd) het klinische beeld van een allergisch astma ontstaan. Risicofactoren voor het ontwikkelen van een allergisch beroepsastma, met name voor HMW-allergenen, zijn een reeds bestaand allergisch astma en/of sensibilisatie (atopie) of allergie voor veelvoorkomende inhalatieallergenen (gras- en boompollen, huisstofmijt, kat en hond). Atopie komt in meer dan 30% van de bevolking voor. De voorspellende waarde van atopie voor het ontwikkelen van sensibilisatie voor beroepsallergenen en beroepsastma is op individueel niveau laag.

De prognose van allergisch beroepsastma is over het algemeen minder gunstig. Minder dan een derde van de patiënten met allergisch beroepsastma herstelt volledig na absolute vermijding van de blootstelling aan het oorzakelijke allergeen. Hoe langer de duur van de blootstelling, hoe ongunstiger het beloop. Eliminatie van blootstelling aan het oorzakelijke allergeen is de meest effectieve manier om verdere verslechtering te voorkomen.

Voor het vaststellen van de diagnose van allergisch beroepsastma in de regeling TSB heeft Lexces een protocol opgesteld.